De fictie in de bepaling in de CAO voor Uitzendkrachten over onmiddellijke beëindiging van de uitzendovereenkomst met uitzendbeding bij ziekte is niet rechtsgeldig. Deze uitspraak deed de Hoge Raad op 17 maart. Dat betekent dat de inlener actief de opdracht moet beëindigen in het geval dat een uitzendkracht ziek wordt tijdens de periode van de ter beschikkingstelling. Wat betekent dit?
Als eerste: de cao-afspraken over ziekte per 1 juli aanstaande
Direct na de uitspraak van de Hoge Raad kregen we vragen van leden waarom we met de vakbonden in december afspraken om per 1 juli aanstaande te stoppen met het gebruik van het uitzendbeding bij ziekte. Deze afspraak is ingegeven door onze strategie. Een keuze die uitgaat van goed werkgeverschap en meer maatschappelijk draagvlak. Daarnaast willen we alle uitzendkrachten gelijk behandelen en hebben we om die reden gekozen voor de harmonisering van de regelingen bij ziekte. Die houdt in dat per 1 juli aanstaande loon doorbetaald moet worden tot het einde van de uitzendovereenkomst als een uitzendkracht ziek wordt en er daarna een Azw-regeling geldt voor alle uitzendkrachten in Fase A.
...